Meer Europa leidt niet tot oorlog maar tot welvaart

In 1995 betoogde een doodzieke François Mitterrand in het Europees parlement: Le nationalisme c’est la guerre! En hij kon het weten als voormalig ambtenaar in het Frankrijk van Vichy die later als verzetsman in Duitse gevangenschap belandde. De conservatieve historicus Thierry Baudet denkt daar anders over, zo bleek vorige week in deze krant. Volgens Baudet leidt niet nationalisme tot oorlog, maar imperialisme. En aangezien het Europese project in zijn ogen ook een imperiaal karakter heeft kunnen we volgens hem alleen nog een oorlog afwenden door integratie af te wijzen. Weg dus met de euro!

Laten we Baudet’s argumentatie stap voor stap aflopen. Kan men nationalisme en imperialisme scheiden? Had Hendrik Colijn, de latere premier van Nederland, geen nationale gevoelens toen hij als legerofficier op Atjeh koelbloedig opstandige inlanders liet neerschieten? Natuurlijk, nationalisme heeft goede kanten – wie zou er nog belasting willen betalen indien men niet meer gelooft in nationale eenheid? Helaas kent het echter ook duistere kanten die wel degelijk hebben bijgedragen aan imperialistische oorlogen.

De stelling van Baudet dat niet het nationalisme maar het ‘imperiale’ Europese integratiestreven tot oorlog kan leiden, gaat voorbij aan het historische feit dat Europese samenwerking wel degelijk heeft bijgedragen aan een revitalisering van de natiestaat na de Tweede Wereldoorlog, althans totdat het deficiënte verdrag van Maastricht werd getekend,. Laten we niet vergeten dat in het interbellum juist de natiestaat in crisis verkeerde en het naderende onheil niet wist te voorkomen.

Afgezien van Baudet’s gooi-en-smijtwerk met gezochte historische parallellen, heeft hij wel gelijk dat de huidige spanningen in de eurozone ernstige zorgen baren. De verdeeldheid van de Europese leiders is gefundenes Fressen voor populisten. Die hoeven er alleen maar op te wijzen dat ons geld in een bodemloze put lijkt te verdwijnen.

Dit fenomeen komt echter niet voort uit teveel integratie, maar juist uit een gebrek daaraan. Een monetaire unie kan immers niet op de rails blijven zonder afdwingbare harmonisatie van begrotingspolitiek, bankentoezicht en concurrentiekracht.

Nu kan men heel goed de stelling verdedigen – Baudet kiest die route overigens niet – dat verdergaande integratie niet te verzoenen valt met totaal verschillende nationale bestuursstijlen. Het is een illusie om te menen dat een cliëntelistisch land als Griekenland met wat druk vanzelf transformeert in een moderne meritocratische bestuurlijke orde. Het is ook niet zeker dat de Fransen ooit bereid zijn om de Duitse voorwaarde te accepteren dat er pas sprake kan zijn van gehele of gedeeltelijke collectivisering van schulden indien eerst Europese controle op hun eigen nationaal beleid tot stand is gebracht.

Franse afwijzing van controle op het nationale beleid betekent echter niet alleen dat Parijs de gewenste solidariteit kan vergeten. Het zou ook tot gevolg hebben dat het het aantrekkelijke Frans-Duitse leiderschap moet inruilen voor het voorzitterschap van een zwakke Zuidelijke club. Er is dus nog een kans dat Frankrijk eieren voor zijn geld kiest en bereid blijkt de constructiefout van Maastricht in de vorige eeuw, het ontbreken van een economische unie, alsnog te repareren.

En dat zou een goede wending zijn want de ineenstorting van de Eurozone kan zomaar ook het succes van de Europese eenheidsmarkt van vóór Maastricht tenietdoen.

Iedereen die de boulevard of broken dreams van het interbellum bestudeert, raakt onder de indruk van de poging van de founding fathers om stapje voor stapje een nieuwe Europese ordening na WO II tot stand te brengen met betere garanties voor veiligheid en welvaart. Moeten we met Baudet’s ideologische visie op de natiestaat in de hand deze verworvenheden nu op het spel zetten ?

Baudet stelt dat het Atheense erfgoed (de democratie) alleen op nationaal niveau gestalte kan krijgen. Wat is soevereiniteit echter nog waard als wij in een intergouvernementele wereld een Duits rentedictaat opgelegd krijgen waarop wij geen enkele invloed hebben? Wat is de soevereiniteit van een klein handelsland nog waard indien wij een supranationaal orgaan ontberen dat onze toegang tot buitenlandse markten garandeert? Op die vragen hadden de founding fathers betere antwoorden dan Baudet.

Is het niet curieus dat een conservatief als Baudet kiest voor een overspannen nationalisme dat revolutionaire krachten kan losmaken die de natiestaat in grote problemen kunnen brengen? Een conservatief als Baudet zou zich twee keer moeten bedenken of hij met het opgeven van de euro een revolutie wil ontketenen die het hele Europese huis weg kan blazen.

Is het niet veel verstandiger om stapje voor stapje te proberen de constructiefout van Maastricht te herstellen? Is inwilliging van de eis van de Duitse bondskanselier Angela Merkel dat Europese controle op binnenlands beleid vooraf moet gaan aan medeaansprakelijkheid voor elkaars schulden, niet de enige methode om duurzame Europese samenwerking te schragen? Zou de overleving van een natiestaat in een tanend continent wel gegarandeerd kunnen worden zonder internationale ordening?

Het komt mij voor dat Merkel over deze vragen langer heeft nagedacht dan Baudet.

One thought on “Meer Europa leidt niet tot oorlog maar tot welvaart

  1. Pingback: Max Micha » Het legitiem excuus…

Leave a Reply