Zonder het Verenigd Koninkrijk vaart Europa niet wel

De speech van Cameron over de EU leverde voorspelbare reacties op. De Franse Minister voor EU zaken, Bernard Cazeneuve, mompelde dat de EU lidstaten niet a la carte kunnen dineren. Ook de Duitse Minister van Buitenlandse Zaken, Guido Westerwelle, verweet Cameron ‘krentenpikkerij’. De conclusie was dat Cameron’s speech vooral voor binnenlandse politiek gebruik was bedoeld. Die conclusie lijkt ten onterechte te suggereren dat de EU geen millimeter moet toegeven en dat een eventueel Brits vertrek uit de EU geen ernstige aangelegenheid zou zijn.

De speech van Cameron was opgebouwd volgens de bekende sandwichformule. Eurosceptici waren opgetogen over het middendeel, oftewel het beleg van de sandwich, waarin een referendum in 2017 werd aangekondigd waarin het resultaat van heronderhandelingen met de EU aan de Britse kiezers zou worden voorgelegd.

Eurofielen werden bediend met de twee hoekdelen, oftewel het brood van de sandwich, waarin Cameron getuigt over zijn liefde voor Europa. Zo stelt hij met Churchill vast dat de Europese samenwerking en de NAVO het Continent hebben bevrijd van oorlog en tirannie. Hij wijst er ook op hoe belangrijk de interne markt is voor Britse bedrijven en banen. Bijna terloops voegt hij daaraan toe dat een positie buiten de EU onaantrekkelijk is omdat landen als Noorwegen en Zwitserland zich wel aan de regels van de interne markt moeten houden maar daar geen invloed op hebben. Ten slotte stelt hij vast dat Londen meer invloed in Washington, Bejing en Delhi heeft als belangrijke speler binnen de EU dan op eigen kracht het geval zou zijn.

Om te begrijpen waarom Cameron in deze speech voor twee parochies preekt moeten we even in het verleden duiken. Men zou het bijna vergeten maar in 1975 zou premier Wilson zonder de steun van de kersverse Conservatieve Partijleidster Thatcher geen meerderheid hebben behaald voor Britse toetreding tot de Gemeenschappelijke Markt in een referendum. Het was ook Thatcher die, weliswaar met enige aarzeling, een revitalisering van diezelfde gemeenschappelijke markt in de vorm van de Europese Unieke Akte (1986) heeft bevorderd. De Koningin van de deregulering was een groot voorstandster van de interne markt.

Dat geldt niet voor de nazaten van Thatcher die na haar val in 1990 en gedurende 12 jaar oppositie steeds verder zijn geradicaliseerd en tegenwoordig een Brits lidmaatschap van de interne markt afwijzen. Om de verkiezing van Cameron in 2010 veilig te stellen werd afgesproken om de Conservatieve Partij te ‘ontgiften’ waardoor de radicale vleugel hun anti-EU praatjes even voor zich moest houden. Het gevolg was dat Cameron de verkiezingen won maar helaas een coalitie met de Eurofiele Liberale Democraten moesten vormen. Het gevolg was dat de radicale vleugel in opstand kwam en steeds luider een referendum eiste.

Het electorale succes van de anti-Europese United Kingdom Independence Party (UKIP) deed de rest. Cameron werd door de radicalen onder grote druk gezet om een referendum over het Britse lidmaatschap mogelijk te maken. Het bedrijfsleven en zijn coalitiepartner hebben echter geen enkele behoefte aan een onverwijld referendum dat in het huidige klimaat gemakkelijk tot Britse uittreding kan leiden. Cameron zat klem.

Nu heeft Cameron de Gordiaanse knoop doorgehakt. Hij wil nu heronderhandelen met de EU en het resultaat in 2017, dus na de verkiezingen in 2015, aan de bevolking voorleggen in een referendum. Hij hoopt hiermee zowel de verkiezingen te winnen als de opstand in zijn partij te bedwingen.

Natuurlijk is deze strategie risicovol. Wie gaat er nog investeren in het Verenigd Koninkrijk indien het land in 2017 misschien uit de EU stapt? Waarom zouden de overige lidstaten bereid zijn te heronderhandelen als elke concessie aan Britten tot concessies aan andere lidstaten kunnen leiden waardoor het hele Europese huis instort? En zijn de overige lidstaten wel bereid te heronderhandelen nu de redding van de euro zoveel tijd en energie kost? En, stel dat Cameron er te weinig uitsleept is dan Britse uittreding niet onvermijdelijk?

Die risico’s zijn reëel. Ons land heeft er echter een groot belang bij om op de een of andere manier Britse uittreding te voorkomen. Het krachtenveld van de driehoek Londen-Parijs-Berlijn is immers gunstiger voor een klein land als Nederland dat door een afscheid van de Britten gemakkelijk vermalen kan worden door de Frans-Duitse as. Niet voor niets bepleit ons land al vanaf 1951 Britse deelname aan Europese samenwerking.

Ten tweede is het Verenigd Koninkrijk altijd een bondgenoot geweest in de strijd tegen het protectionisme van de Zuidelijke lidstaten. Een vertrek van Londen betekent dat Den Haag en Berlijn deze strijd voortaan alleen zullen moeten voeren.

Ten derde, staat er in het Nederlandse regeerakkoord dat het kabinet de Europese Commissie zal vragen te inventariseren, op basis van het beginsel van subsidiariteit, welke beleidsterreinen kunnen worden overgedragen aan nationale overheden en zelf ook voorstellen daartoe doen. Zolang de Britten bereid zijn om een nieuw evenwicht voor iedereen te laten gelden in plaats van een opt-out te bedingen kan Den Haag dit steunen.

Ten vierde heeft Cameron gewoon gelijk dat de verwijdering tussen de burger en Brussel geen unieke Britse aangelegenheid is. Wat zou er nu mooier zijn dan dat een heroverweging van Europese bevoegdheden de burger meer zal betrekken bij het Europese project? Ook Camerons pleidooi om nationale parlementen meer in te schakelen bij de controle op het Europese beleid kan de vervreemding verminderen.

Ten vijfde stelt Cameron terecht vast dat meer integratie in de Eurozone de Britse positie op de gemeenschappelijke markt kan ondermijnen. Er zullen dus sowieso regelingen moeten komen om de positie van de EU leden die geen deel uitmaken van de Eurozone te beschermen.

Ten slotte kunnen Duitsland en Nederland de steun van het Verenigd Koninkrijk niet missen in hun strijd voor hervormingen in de Zuidelijke lidstaten. Cameron citeert Merkel die onlangs opmerkte dat er erg hard gewerkt zal moeten worden om de kostbare welvaartsarrangementen overeind te houden aangezien Europa, hoewel slechts 7 % van de wereldbevolking, 25 % van het mondiale bnp produceert en maar liefst de helft van alle mondiale sociale uitgaven voor zijn rekening neemt.

De soberheidspolitiek wijzen de Britten weliswaar af maar de noodzaak van hervormingen onderschrijven zij volledig. En die steun is cruciaal want zonder hervormingen in het Zuiden zal de concurrentiekracht achterblijven en is de Eurozone in zijn huidige omvang en vorm ten dode opgeschreven.

Dit is dan ook de reden waarom Merkel zo opvallend mild op Camerons speech reageerde. Zij weet als geen ander dat Monti Italië onvoldoende heeft hervormd en dat Hollande niet doorpakt in Frankrijk en zich ook nog eens gestort heeft in een kostbaar militair avontuur in Mali. Zij weet ook dat Draghi’s belofte dat de ECB alles zal doen om de euro te redden de hervormingsdrift in Spanje tempert. In deze internationale omgeving kunnen Merkel en Rutte geen bondgenoot missen.

Arend Jan Boekestijn is historicus en verbonden aan de Universiteit van Utrecht

One thought on “Zonder het Verenigd Koninkrijk vaart Europa niet wel

  1. Nationale politici zijn incompetent in PR voeren voor Europa. Hoezeer ik ook uitgesproken voorstander ben van Europa en iedere keer hoop op een positief verhaal over Europa van nationale politici, het verkoopverhaal blijft uit. Nationale politici investeren niet in Europa en daarom ontbreekt een mooie Europese oplossing voor de vluchtelingen problematiek.

    De nationale politieke lafheid vind ik zorgwekkend. Laten we even het niet hebben over wel of geen Europa, maar over een beter of nog beter Europa. Dat is een veel interessanter debat. En in dat debat moeten onze nationale politici met de verbale mattenklopper een mep krijgen, zij frustreren een beter Europa. De PR voor Europa door de Nederlandse politiek is echt om moedeloos verdrietig over te zijn. Oerdomme lafheid.

Leave a Reply