Op 1 juli 2020 zal de machtigste lidstaat van de EU, het voorzitterschap op zich nemen. Bij het vorige Duitse voorzitterschap in 2007 zei Bondskanselier Merkel: ‘als de euro mislukt, mislukt Europa’. Die mening is zij nog steeds toegedaan. Afgelopen maandag steunde zij een ambitieus Frans-Duits plan voor een Europees herstelfonds waarin tot teleurstelling van Den Haag de passages over solidariteit meer zijn uitgewerkt dan die over soliditeit.
De discussie solidariteit versus soliditeit wordt al decennialang in de EU gevoerd. Grofweg beklemtoont het Noorden soliditeit. Landen moeten zelf een verstandig beleid voeren zodat hun economieën concurrerend blijven. Zij moeten er eveneens voor zorgen dat de staatschuld niet uit de hand loopt. Zuidelijke lidstaten, die soms wel degelijk goed op de centjes passen, steunen plannen waar bovenal solidariteit wordt benadrukt en afspraken over soliditeit vaag blijven. In een gezonde muntunie zijn natuurlijk beide principes belangrijk.
Binnen de eurozone zijn de spanningen door de pandemie weer opgelopen. Covid-19 heeft Italië en Spanje zwaarder getroffen dan Noord-Europa met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk. Aangezien Italië en Spanje grotere schulden bezitten dan Noord-Europese landen kunnen Rome en Madrid hun bedrijfsleven minder steun geven. Het gevolg is dat er binnen de gemeenschappelijke markt sprake is van oneerlijke concurrentie.
Vervolgens heeft de recente uitspraak van het Duitse Constitutionele Hof waarin getwijfeld wordt aan de proportionaliteit van het door de ECB in 2015 gestarte opkoopprogramma van overheidsobligaties de spanningen verder verhoogd. Als de Bundesbank zijn medewerking zou moeten staken is de monetaire rol van de ECB uitgespeeld en zullen de lidstaten zelf onderlinge steun via de begroting moeten regelen. En daar begint de onenigheid. Het Zuiden wil solidariteit zonder soliditeit terwijl het Noorden benadrukt dat solidariteit juist soliditeit vereist. In deze oude discussie lijkt Duitsland meer bereid te zijn dan vroeger om solidair te zijn zonder dat er keiharde voorwaarden worden gesteld aan de soliditeit in de vorm van hervormingen en begrotingsdiscipline. Die Duitse beweging brengt Den Haag, waar soliditeit een geloofsartikel is, in een lastig parket.
Voor de meerderheid van de Duitse burgers, en zeker ook voor Angela Merkel, is het Europese project een existentiële aangelegenheid. Na de Nazi barbarij heeft Duitsland met overtuiging gekozen voor Europese integratie. Geconfronteerd met de peilloze diepte van de eigen geschiedenis wil de Bondsrepubliek nooit meer alleen opereren.
Interessant is ook dat een meerderheid van de Duitse burgers ruimhartige steun aan Spanje en Italië bepleiten, net zoals de machtige Bild Zeitung. Merkel maakt er handig gebruik van. Deze week kwam zij al met Macron overeen dat de ECB maatregelen moeten worden aangevuld met een herstelfonds van 500 miljard. Merkel zal vermoedelijk tijdens het Duitse voorzitterschap voorstellen om dit bedrag aanmerkelijk te verhogen. Zij kiest dus voor een democratische vorm van solidariteit in plaats van de route via de ongekozen ECB. Het herstelfond behoeft namelijk de goedkeuring van de nationale parlementen en het Europees Parlement terwijl dat niet geldt voor het opkoopprogramma van de ECB.
Het Frans-Duits plan voor een tijdelijk herstelpakket voor de Europese economie bedraagt €500 mrd en komt bovenop het eerder overeengekomen noodhulpplan van 540 miljard. De kosten van deze lening op de Europese kapitaalmarkt worden voor het eerst betaald vanuit de Europese meerjarenbegroting. De landen die het meest zijn getroffen zullen het meest profiteren van dit fonds. Het fonds zal in plaats van leningen, giften verstrekken. Het Frans-Duitse voorstel wordt dus gekenmerkt door een hoge mate van solidariteit. Over soliditeit staat er alleen een vage passage dat er wel een koppeling gemaakt dient te worden met hervormingsprogramma’s.
De Nederlandse regering ziet dit met lede ogen aan en trekt samen op met de ‘Spaarzame Vier’ waar ook Denemarken, Zweden, Oostenrijk deel van uitmaken. Zij komen met een alternatief plan waarin het aspect van de soliditeit en de conditionaliteit wordt versterkt. Zo worden de giften vervangen door leningen. Zij willen ook het herstelgeld conditioneel inzetten om economische hervormingen af te dwingen. Tenslotte weigeren zij nog steeds de meerjarenbegroting te verhogen.
Het Duits-Franse voorstel is een klassiek compromis. Duitsland heeft de eis van leningen ingeslikt en giften geaccepteerd en Frankrijk dat het herstelfonds niet alleen wordt opengesteld voor het Zuiden maar het hele EU-gebied. Het geld gaat niet naar de nationale begroting maar naar projecten. De schuldendeling is tijdelijk en beperkt tot die projecten. Het handelt hier dus niet om permanente Eurobonds die de hele staatsschuld betreffen.
De gevolgen van de pandemie zijn zo heftig voor de EU en de euro dat het onverstandig zou zijn als de ‘Spaarzame Vier’ het Frans-Duitse plan zomaar van tafel zouden vegen. Beter is om zich te concentreren op de grootste tekortkoming van het Frans-Duitse plan en dat is het gebrek aan conditionaliteit. Vormen van schuldendeling zijn in deze moeilijke tijden onvermijdelijk maar dan moeten de ontvangende landen wel met hervormingen hun verdiencapaciteit verhogen anders dreigt een permanente transferunie. Ook zal er op termijn een begrotingsunie moeten komen, dat vereist overigens een tijdrovende verdragswijziging, zodat de begrotingskaders niet meer nationaal kunnen worden vastgesteld. Solidariteit en verantwoordelijkheid gaan immers hand in hand.
Deze discussie is zo belangrijk voor de toekomst van ons land en dat van Europa dat dit mede inzet zou moeten zijn van de komende verkiezingen. Laat elke partij maar uitleggen waar zij in Europa staan.
Willen zij zich beperken tot het benadrukken van de vermeende spilziekte in het Zuiden dan zullen zij ook de moed moeten hebben om een exit uit de euro te bepleiten met alle nefaste gevolgen van dien. Als de euro uit elkaar valt wordt de gemeenschappelijke markt immers eveneens uitgehold. Hoe denken politieke partijen die een exit bepleiten dan de verzorgingsstaat te financieren? En als we toch vragen aan het stellen zijn: hoe kan het Europa van de natiestaten eigenlijk overleven temidden van al het geopolitieke geweld van China, Rusland en de VS?
Partijen die zich tegen een exit keren maar wel de soliditeit in de huidige EU en de eurozone willen versterken zullen moeten uitleggen hoe dit gerealiseerd kan worden. Met welke partijen denkt Nederland dan lid te kunnen zijn van een winnende coalitie? En als dat niet lukt en soliditeit niet uit de verf komt want gaan wij dan doen? Kunnen wij ons überhaupt veroorloven ons van het Europese project af te wenden als Europa nog meer dan nu het geval is een speelbal wordt van Rusland, China, India en de VS?
Ik verheug mij nu al op de verkiezingsdebatten.