Het water nodigt niet uit tot zwemmen. Het is bruin van kleur en de rondslingerende bierblikjes en andere plastic troep dansen op de golven. In de verte vliegt een zeearend. Hij slaagt erin om met zijn klauwen een vis uit het water te halen. Vlakbij onze voeten doemen twee nieuwsgierige modderkruipers op.
We raken aan de praat met een lokale visser. Zijn naam is Wikash. Hij blijkt een vluchteling te zijn uit Brits Guyana die al 12 jaar als visser in Nickerie (Suriname) werkt. Na de dekolonisatie van Brits Guyana braken er spanningen uit tussen verschillende etnische groeperingen waardoor sommigen onder hen naar Suriname uitweken. Tegenwoordig gaat het veel beter in zowel Brits als Frans Guyana, sommigen zeggen beter dan in Suriname, maar er werken nog steeds Guyanezen in Suriname.
Guyanezen hebben het lastig in Suriname. Nationalisering is buitengewoon lastig en door de enorme bureaucratie tijdrovend. Zij worden wel gedoogd maar Surinamers vrezen dat zij hun banen inpikken. In werkelijkheid doen de Guyanezen het werk dat Surinamers niet bereid zijn om te doen.
Dat geldt ook voor Wikash. Surinamers vissen met smalle boten op de brede Surinaamse rivieren. Guyanezen wagen hun leven met wat grotere boten op de Atlantische Oceaan waar het behoorlijk kan spoken. Hij werkt elke dag tenzij het stormt.
We spreken af dat wij vanavond met hem mee de zee opgaan. Om 17 uur melden wij ons bij zijn boot. Hij is aan het hozen. Hij haalt een Surinaams gezegde aan: ‘het is geen boot als er geen lek is’. Na het hozen inspecteert hij de netten. Hij heeft zowel een sleepnet als een fuiknet. Een grote jerrycan met benzine voor de Yamaha 40 pk motor gaat ook mee.
Met grote snelheid gaan we de Nickerie rivier op richting open zee. De boot klieft door de golven en iedereen wordt kletsnat van het buiswater. Het getij speelt een rol. Met eb gaat de visser heen en met vloed keert hij terug. De heenreis duurt daardoor aanmerkelijk langer dan de terugreis.
Na een uur komen we aan bij zijn vaste visplek die wordt gemarkeerd door stokken. Hij maakt de boot vast en begint het fuiknet van 15 meter uit te rollen en te installeren. Als hij klaar is rookt hij een sigaretje en vertelt hij dat hij pas gaat vissen als het gaat schemeren.
Als de schemering intreedt wakkert de wind aan. De golven zwellen aan maar Wikash besteedt er geen aandacht aan. De situatie lijkt mij niet zonder gevaren. We zitten immers in een kleine boot van nog geen 8 meter met een lage boordlijn op de Atlantische Oceaan berucht om zijn onvoorspelbaarheid. Ik biets een sigaret en probeer mijn vrees te verbergen.
Eerst haalt Wikash het fuiknet leeg. De teilen in de boot worden gevuld met meerval, botervis, garnaal en een heleboel soorten die ik niet ken. Wikash gooit veel vissen terug omdat Surinamers die niet lusten. Haring, makreel en rog worden direct teruggegooid.
Inmiddels is het zo donker dat Wikash een lamp op zijn hoofd vastbindt Het samenspel van dat licht en de volle maan maken de vissen nieuwsgierig. Inmiddels is het fuiknet leeg en weer aan boord. Wikash installeert nu een klein sleepnet aan de zijkant van het schip. Vervolgens lokt hij met kleine vissen in het sleepnet de grote exemplaren. Het werkt wonderwel. De ene botervis na de andere zwemt in het sleepnet. Met een stok met een spijker, een methode die Marianne Thieme zou afwijzen, haalt hij de botervissen uit het sleepnet en stopt ze in de teil.
Tegelijkertijd vist hij met twee lijnen met haken achter het sleepnet in de zee. Zo vangt hij de ene grote meerval na de andere die de verleiding van een heerlijke kleine vis niet kan weerstaan. De boot raakt bezaaid met meervallen die een rochelend geluid voortbrengen. Wikash werkt uren achter elkaar geconcentreerd door. Soms vangt hij niets en kan hij het geld voor de benzine niet terugverdienen. Vandaag is een goede dag.
De wind wakkert verder aan en de boot deinst vervaarlijk op de golven. Wikash vertelt ons dat de golven soms nog veel hoger zijn en dat er veel vissers omkomen. Toch werkt hij altijd alleen.
Laat in de avond horen wij opeens de motor van een andere boot. Ik krijg een ongemakkelijk gevoel omdat Wikash mij heeft verteld dat er stropers zijn die in koele bloede de vissers vermoorden. Gelukkig blijkt het de zoon van zijn baas te zijn. Hij was verderop wezen vissen en vroeg zich af hoeveel Wikash had gevangen. Wikash zegt nog niet tevreden te zijn en werkt koortsachtig door.
Als alle teilen gevuld zijn met vis besluit Wikash huiswaarts te keren. Door de opkomende vloed varen wij binnen 1 uur naar huis.
Wikash heeft twee kinderen. Een dochter van zes en een zoon van een jaar oud die vandaag zijn verjaardag viert. Hij wil niet dat zijn kinderen visser worden. De zee neemt volgens hem meer dan zij geeft. Hij wil dat zijn zoon dokter wordt. Met een tas vol vissen rijden wij naar huis.