Democratisering van Desinformatie

(12 december 2019, website NPO Radio 1)

Desinformatie is al zo oud als de mensheid zelve. Reeds in de Oudheid zetten krijgsheren hun tegenstander op het verkeerde been met onjuiste informatie over hun aanvalsstrategie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog verspreidden de Geallieerden het gerucht dat zij van plan waren om Sardinië aan te vallen waarop de Duitsers besloten een deel van hun troepen van Sicilië te verplaatsen naar Sardinië. Het gevolg was dat de geallieerde landing op Sicilië minder verzet ondervond. Desinformatie is een krachtig wapen.

 Niet alleen in oorlogstijd is desinformatie interessant. In verkiezingstijd vliegen eveneens halve waarheden en leugens om de oren. Tijdens een van de recente Britse verkiezingsdebatten gaf de Conservatieve Partij commentaar via een twitteraccount dat de schijn wekte te worden beheerd door een onafhankelijke fact check organisatie. Labour kan er ook wat van. Jeremy Corbyn kreeg een geheim document van de onderhandelingen tussen de Britse en Amerikaanse regeringen toegespeeld waaruit volgens hem viel op te maken dat de Amerikanen de NHS gingen overnemen. Bij nader onderzoek bleek dat document geen bewijs te leveren voor de stelling dat Boris Johnson de Amerikanen toezeggingen hadden gedaan. Overigens doken alras aanwijzingen op dat de Russen dit document in omloop hadden gebracht. Zo zijn er nog veel meer recente voorbeelden van desinformatie.

 Dit alles is natuurlijk niet nieuw. Politici gaan tijdens verkiezingen wel vaker ‘economisch’ met de waarheid om. De opkomst van sociale media hebben echter de snelheid en effectiviteit van desinformatie verhoogd. Zij bieden immers nationale en buitenlandse politici de mogelijkheid om bliksemsnel, en soms zelfs zonder footprint, misleidende boodschappen te verspreiden. Ook lijkt het erop dat sommige buitenlandse mogendheden tegenwoordig veel actiever en effectiever verkiezingen en andere gebeurtenissen in andere mogendheden trachten te beïnvloeden.

 Beide ontwikkelingen hollen onze democratie uit. Kiezers hebben al weinig vertrouwen in politici maar dat zal door desinformatie nog verder dalen. Daar komt nog bij dat burgers door de eindeloze stroom van alternatieve verklaringen, bijv. van de ramp met de MH17, geheel het spoor bijster raken en helemaal nergens meer in geloven. En dan zijn er ook nog nationale nuttige idioten die buitenlandse propaganda klakkeloos overnemen. In de 21ste eeuw is desinformatie gedemocratiseerd.

 Grote vraag is natuurlijk wat wij eraan kunnen doen. De Amerikaanse wetenschapper Bruce Schneier meent dat wij niet met de handen over elkaar hoeven te gaan zitten. Hij geeft 7 beleidsaanbevelingen:

1.    Politici in het centrum dienen onze democratie en rechtsstaat met veel meer overtuigingskracht te verdedigen. Buitenlandse mogendheden en nationale populistische politici proberen altijd sociale, demografische, economische en etnische spanningen te verhogen. Zo zijn er Russische trollen die zich mengen in het Zwarte Piet debat in ons land. Centrum politici zouden dan niet uit electorale overwegingen moeten zwijgen maar keer op keer uitleggen dat de rechten van de minderheden constitutioneel zijn verankerd om hen te beschermen tegen de tirannie van de meerderheid. Kortom indien wij datgene wat ons verenigt benadrukken zal hopelijk de kans om ons uit elkaar te laten spelen kleiner worden.

2.    Burgers zouden gebaat zijn met meer informatie over de gevaren en risico’s die zich kunnen aandienen in de digitale wereld. De verspreiders van desinformatie willen immers graag verwarring zaaien door ons te overladen met wagonladingen aan alternatieve verklaringen zodat niemand meer weet wat waar is. Dit laat zich helaas

lastig bestrijden omdat mensen die dergelijke verklaringen retweeten minder belang aan de waarheid hechten dan aan hun eigen ideologische verwantschap met de boodschap.

3.    Slimme producenten van desinformatie zorgen ervoor dat hun manipulatieve verhaal een kern van waarheid bevat. Ook dit is lastig te bestrijden omdat uit onderzoek blijkt dat de ontmaskering van een leugen minder impact heeft dan de leugen zelf. Het enige wat wij kunnen doen is om een meer waarheidsgetrouwe context te geven van de kern van de waarheid maar veel zal het niet uithalen.

4.    Sociale mediabedrijven zullen nog meer hun best moeten doen om trollen en fake accounts te detecteren en te verwijderen. Manipulatoren proberen immers een publiek op te bouwen dat maar al te graag de leugens verder verspreidt.

5.    Zo snel mogelijk dient te worden vastgesteld van wie de desinformatiecampagne afkomstig is. Dit vereist dat sociale mediabedrijven gaan vertellen hoe hun algoritmen werken. Manipulatoren doen er immers alles aan om de suggestie te wekken dat de boodschap door iemand anders is verspreid.

6.    Manipulatoren ontkennen altijd dat zij het gif hebben verspreid zelfs als de waarheid overduidelijk is. Dit kan alleen bestreden worden als veiligheidsdiensten bereid zijn om het publiek te informeren met geheime informatie over de bron van het gif. Dat vinden die diensten niet leuk maar er is geen andere weg om het publiek te overtuigen dat er wel degelijk sprake is van een onbetrouwbare bron.

7.    Buitenlandse regeringen die met kwade opzet leugens verspreiden zullen een hogere prijs moeten gaan betalen voor hun activiteiten. Dit kan alleen als er een tegenaanval wordt ingezet. Indien manipulatoren kunnen worden getraceerd kunnen zij soms getrakteerd worden op sancties. Ook kan men de eigen bevolking van het manipulatieve regime op de hoogte stellen van ‘ongemakkelijke waarheden’ (bijv. corruptie) over hun eigen machthebbers.

Al deze voorstellen zijn helaas onvoldoende om desinformatie het hoofd te bieden. Daarvoor is het fenomeen immers te complex. Regeringen zouden om die reden meer geld beschikbaar moeten stellen voor onderzoek naar effectieve bestrijding van desinformatie. Niets minder dan onze democratie staat immers op het spel.

 Niet alles is overigens kommer en kwel. Ik probeerde laatst een twitteradvertentie voor een lezing over Brexit te plaatsen. Binnen een half uur kreeg ik een mail dat mijn advertentie niet werd goedgekeurd omdat het hier een ‘politieke’ advertentie zou betreffen. Een populist zou er gelijk de hand van de ‘deep state’ inzien. Ik vond de afwijzing wel geruststellend. En de zaal zat gelukkig vol.