De euro lijkt steeds meer op een slecht huwelijk. Net als ouders soms bij elkaar blijven omdat zij terugschrikken voor de kosten van een echtscheiding blijven de 17 euro lidstaten elkaar vasthouden omdat ontbinding eveneens in de papieren gaat lopen. Het gevolg is wel dat net als in een slecht huwelijk het gedrag van de ene lidstaat grote gevolgen heeft voor het geheel. De politieke situatie in bijvoorbeeld Spanje bepaalt daardoor mede het wel en wee in het eurogebied en daarmee dus ook de toekomst van Nederland. Het is dus zaak Spanje goed in de gaten te houden.
Onlangs bracht ik een bezoek aan Galicië, een provincie in het Noordwesten van Spanje. Zowel Franco, de dictator die regeerde van 1939 tot 1975, als de huidige Spaanse premier Rajoy komen uit deze streek. Galiciërs zijn beroemd om hun ‘retranca’, een mysterieuze vorm van humor die weinig prijsgeeft over wat men nu echt vindt. Spanjaarden zeggen schertsend dat een Galiciër op de trap altijd maskeert of hij gaat stijgen of dalen. Rajoy is een meester in de ‘retranca’. Niemand weet wie hij eigenlijk is. Hij geeft zelden een persconferentie.
De geschiedenis van Galicië kent net als andere Spaanse provincies een gevoelige relatie met Madrid. Rajoy’s familiegeschiedenis is ermee doordesemd. Zijn grootvader Enrique Rajoy Leloup beijverde zich voor de autonomie van Galicië en betaalde daar een prijs voor toen de centralistisch ingestelde Franco aan de macht kwam en hem verbood nog langer op de universiteit te doceren.
Rajoy’s vader, Mariano Rajoy Sobredo, paste zich aan de nieuwe tijden aan en maakte carrière in Franco’s rechterlijke macht. In 1975 overleed Franco waardoor Rajoy’s vader een onzeker nieuw tijdperk betrad. Rajoy was op dat moment 20 jaar en een hardwerkend student die drie jaar later met de hoogste cijfers toetrad tot het notariaat. In die tijd kreeg hij een verkeersongeluk en sindsdien draagt hij een baard om de littekens te verbergen.
Tegen de wil van zijn vader ging hij in 1981 de politiek in als lid van de rechtse Volksalliantie (AP). Hij werd lid van Galicische parlement. In 1989 fuseerde zijn partij met andere partijen onder de naam de Volkspartij (Partito Popular). Hij werd lid van het nationale parlement en van 1996 tot 2004 minister van Binnenlandse Zaken in welke hoedanigheid hij zich diepgaand bezighield met de autonomie van de regio’s. In 2004 volgde hij Aznar op. Hij hoopte de verkiezingen te winnen maar de poging van zijn partij, waarschijnlijk om electorale redenen, om de treinaanslag in Madrid in de schoenen te schuiven van de ETA verhinderde dat. Vlak voor de verkiezingen bleek dat Al Qaida verantwoordelijk was en de socialist Zapatero won de verkiezingen. Rajoy werd leider van de oppositie.
Pas in 2011 wist hij door de grote economische problemen waarin Spanje verzeild was geraakt door het socialistische beleid, premier te worden met een absolute meerderheid in het parlement. Zijn verkiezingszege had overigens minder met hem zelf te maken, zijn speeches zijn ronduit slaapverwekkend, maar veel meer met de onvrede van de kiezer over Zapatero’s bewind.
Als premier erfde hij de eurocrisis die in 2012 leidde tot een zeer hoge Spaanse rente. Hij hoopte dat zijn conservatieve collega Merkel bereid was geweest om in ruil voor zijn soberheidspolitiek meer steun te geven maar dat viel tegen. Europa dwong hem tot nog grotere bezuinigingen die Rajoy dwong om de zo gekoesterde regionale autonomie aan te vallen.
Provincies zijn namelijk verantwoordelijk voor meer dan de helft van de totale Spaanse uitgaven. Rajoy heeft daar om constitutionele reden weinig vat op. Bovendien is de economische situatie in Spanje door de hoge rente en de bankencrisis zozeer verslechterd dat nogal wat provincies niet verder willen bezuinigen maar juist aankloppen voor steun van Madrid.
Het probleem van de federale autonomie houdt dus niet alleen Rajoy uit zijn slaap maar ook Europa. Het gevaar is namelijk niet denkbeeldig dat verdere bezuinigingen de Spaanse eenheid op het spel zetten. En dan zijn de euro en Nederland pas goed in de aap gelogeerd.
En nu we het er toch over hebben: Als Spanje al grote moeite ondervindt om een federale begrotingspolitiek af te dwingen hoe moeilijk moet het dan wel niet zijn in de Eurozone met 17 lidstaten en 17 verschillende parlementen?
Complimenten, zeer geïnformeerde analyse. Het is een onmogelijke opgave voor Rajoy. Zeer verdeeld land. Daar komt bij dat noordelingen weinig tot niets begrijpen van de diepere motieven en het opportunisme van zuiderlingen. Ze zijn door de bank genomen veel handiger acteurs dan hun noordelijke counterparts.
“En nu we het er toch over hebben: Als Spanje al grote moeite ondervindt om een federale begrotingspolitiek af te dwingen hoe moeilijk moet het dan wel niet zijn in de Eurozone met 17 lidstaten en 17 verschillende parlementen?”
Bovengenoemde zin is de sleutel tot alle mogelijkheden. zowel economisch als wel politiek en demografisch.Alle ambities ten spijt van politici, economen, ambtenaren, militairen en burgers, het is de mens die het moet doen om een patroon der gelijkgestelde maatschappelijke stromen te kunnen bewerkstelligen zoals “men” ( de politiek in Brussel) dat met de Euro wil afdwingen.
De diversiteit van bevolkingsgroepen in Europa is zo groot dat alleen al daardoor het bijna onmogelijk is door middel van economische wetmatigheden en politieke opportunistische ambities een eenheid te smeden. Ik noem het altijd de geografisch demografische verschillen.
Immers: moedertje natuur is de baas en heeft haar wetten vastgelegd waardoor niemand die wetmatigheden kan veranderen. Wie juist die natuurlijke wetmatigheden ontkent of negeert komt bedrogen uit.
Iets afdwingen dat niet op gelijke niveau staat, als natuurwetten dat toestaan, zijn de moeilijkheden inherent en aldus ook de Euro-Unie eigenlijk een mislukt project is, dat slechts door emotionele ambities en omstandigheden uit geschiedenis is ontstaan en door economische belangen, door middel van globaliserend opportunistisch economische modellen, die dienend moeten zijn aan het fundamentalistisch kapitalisme. Mislukking is onvermijdelijk.
Arend Jan Boekestijn’s analyse is dus juist.