De nieuwe wereldorde dwingt de EU om Polen en Hongarije te disciplineren

Kunnen EU-lidstaten zoals Polen Hongarije ongestraft hun rechtsstaat uitkleden? Neen, regeringen in de EU die zich niet aan de regels van de rechtsstaat houden handelen in strijd met artikel 2 van het Verdrag betreffende de Europese Unie (1992). Dit artikel somt immers de waarden op waarop de Unie berust: eerbied voor de menselijke waardigheid, vrijheid, democratie, gelijkheid, de rechtsstaat en eerbiediging van de mensenrechten, waaronder de rechten van personen die tot minderheden behoren. Landen als Polen en Hongarije houden zich dus niet aan het Verdrag. Hoe komt het dat zij hiermee zo lang mee zijn weggekomen? Waarom durven zij het zelfs aan om de begroting van de EU te blokkeren indien de afspraak niet wordt afgezwakt dat landen die zich niet houden aan de regels van de rechtsstaat gekort worden op Europese subsidies?

De eerste reden waarom de Poolse en Hongaarse regeringen zo lang zijn weggekomen met hun onrechtstatelijke gedrag hangt samen met hun listige wijze van opereren. Aan de wetten in de twee landen lijkt op het eerste gezicht niets te mankeren. Polen en Hongarije kennen in principe vrijheid van meningsuiting en de verkiezingen vinden in vrijheid plaats. Beide regeringen zetten dissidenten niet zomaar in het cachot en er wordt ook niet geschoten op demonstranten. Nee, zoals de correspondent van de Volkskrant, Jenne Jan Holtland al op 22 juni 2018 uitlegde Polen en Hongarije bedotten de zaak op een veel slimmere wijze. Met een reeks van wetjes en wetten wordt de rechtsstaat stap voor stap ondermijnd.

De eerste stap die zij hebben gezet is het benoemen van vriendjes in het Constitutioneel Hof. Het is natuurlijk heerlijk om de scheidsrechter aan je kant te hebben. Dan volgt de tweede stap waarin de toezichthouder op de media wordt overgenomen en rijke vrienden zoveel mogelijk delen van de media opkopen. Zo heb je dus controle verworven over de rechtspraak en de media. Niet toevallig, beide instituties die net als de populisten zeggen op te komen voor de belangen van de burger. Populisten houden niet van rivalen. Zij zijn immers de enige die het volk vertegenwoordigen.

Dan volgt de derde stap, het ontwikkelen van een goed verhaal waarom de regering een bezem haalt door het systeem. ‘Het nieuwe systeem is nodig omdat overal nog verstokte communisten zitten’, zei de Poolse politicus Jaroslaw Kaczyński. Slim omdat bij de overgang van het communisme naar de markteconomie de mensen met goede contacten met het oude regime een gunstige positie hadden om de oude staatsbedrijven op te kopen. ‘Als we nu de oude communisten gaan vervangen, gaan jullie er ook op vooruit’ ,zegt Kacsyński, ‘dus steun maar mijn hervormingen’.

De vierde stap is de creatie van een zondebok. De Hongaarse premier Viktor Orban voerde bijvoorbeeld een haatcampagne tegen de miljardair George Soros. Zonder een snipper bewijs werd Soros ervan beschuldigd van plan te zijn om met de komst van ‘miljoenen’ migranten de Hongaarse natiestaat kapot te maken. Mensen die toch al onzeker zijn over hun toekomst bleken gevoelig voor dit verhaal.

De vijfde stap is het wijzigen van de kieswet. Verander de grenzen van de kiesdistricten zo dat je de meeste zetels kan halen. In een districtenstelsel krijgt de winnaar in een bepaald district de zetel. De stemmen die op de verliezende kandidaat werden uitgebracht gaan verloren. Op deze wijze kon Orban met nog geen 45 % van de stemmen ruim 67 van de zetels verwerven. Zo wordt het wel heel lastig om Orban weg te stemmen.

Al deze maatregelen bij elkaar betekenen dat er geen sprake is van onafhankelijke rechtspraak, vrije media en eerlijke verkiezingen. Dat wordt echter pas duidelijk als men die maatregelen in samenhang beschouwd. Aangezien niet iedereen de moeite neemt om het geheel in ogenschouw te nemen is dit de eerste reden waarom de Poolse en de Hongaarse reden er zo lang makkelijk mee weg zijn gekomen.

  De tweede reden is dat de Hongaarse juristen zich goed verdiepen in het staatsrecht van andere landen. Op deze wijze kunnen zij kritiek op hun land pareren met de claim dat het elders evenmin goed geregeld is. Deze strategie staat bekend onder de term ‘whataboutism’. Onder een benoeming van een rechter in Nederland staat bijv. de handtekening van de koning en de minister van justitie. Is dat geen vorm van politieke beïnvloeding? Die tegenaanval is natuurlijk onzinnig omdat in ons land benoeming van rechters via coöptatie plaatsvindt en de handtekening van koning en minister slechts van formele aard is, terwijl in Polen en Hongarije de partij gewoon direct vrienden benoemd.

Laakbaar is dat in Nederland zowel de PVV als Forum het Orban gemakkelijker maken om weg te komen met ‘whataboutism’. De terechte kritiek van Wilders dat er contact is geweest tussen de Minister van Justitie en het Openbaar Ministerie over zijn vervolging wordt vervolgens gebruikt om de strapatsen van Orban goed te praten. Wat nog veel erger is dat zowel Wilders als Baudet op geen enkel wijze bereid zijn om afstand te nemen van de onrechtstatelijke praktijken van Orban. Wilders komt in eigen land op voor de rechten van homo’s maar zijn vriend Orban maakt hen het leven zuur. Baudet neemt zelfs de laster van Orban over Soros en pleit zelfs voor een onderzoek over zijn invloed in Nederland.

De derde reden is natuurlijk het feit dat de Brusselse molens niet zo snel draaien. Als Brussel pas na jaren in actie komt en met sancties dreigt, is de schade al niet meer te herstellen. Polen en Hongarije hebben dan immers zoveel tijd gewonnen dat het lastig wordt de maatregelen terug te draaien. De Poolse en Hongaarse leiders komen dan bijvoorbeeld in Brussel met een paar zelf uitgekozen ‘concessies’ die de situatie niet echt verbeteren. Om gezichtsverlies te voorkomen, zal de Commissie daar vaak mee akkoord gaan.

Hongarije en Polen grijpen nu zelfs de EU begroting aan om de ondermijning van de eigen rechtsstaat te kunnen voortzetten. Zij maken daarbij dankbaar gebruik van de wijze waarop de EU is georganiseerd. De EU is een complexe mix van een statenbond en een bondsstaat. Het gevolg is dat er op tal van terreinen nog steeds sprake is van nationale veto’s. Een van die terreinen is de vaststelling van de EU-begroting. Polen en Hongarije kiezen nu deze weg om af te komen van de rechtsstatelijkheids-voorwaarde voor het krijgen van de EU-subsidies uit het Corona fonds.

Er zijn een aantal redenen waarom Polen en Hongarije uiteindelijk deze strijd niet gaat winnen maar in de tussentijd wel veel schade kan aanrichten. De eerste reden is dat een stem tegen de goedkeuring van de EU-begroting eveneens impliceert dat Polen en Hongarije zelf veel minder geld uit Brussel zullen krijgen aangezien het EU noodfonds veel kleiner is dan de normale begroting. Het is zeer de vraag of deze twee landen dit geld economisch en politiek wel kunnen missen.

In de tweede plaats zal de politieke prijs die deze twee landen gaan betalen voor de blokkade hoog zijn. De zuidelijke lidstaten zullen het geld uit het Coronafonds moeten missen terwijl hun het water aan de lippen staat. Duitsland heeft samen met Frankrijk het Coronafonds bedacht om te voorkomen dat in deze tijd van grote geopolitieke verschuivingen de eurozone uit elkaar zou vallen. Met andere woorden nogal wat lidstaten zullen ziedend zijn en er alles aan doen om Polen en Hongarije op elk denkbaar dossier het leven zuur te maken. Warschau en Boedapest weten dit en zullen uiteindelijk misschien inschikken.

Daar komt nog bij dat beide landen geen goede alternatieven bezitten voor de EU. Aan Rusland bewaren beide landen donkere herinneringen en de zakken van Moskou zijn veel minder diep dan die van Brussel. China zou graag een nog grotere rol in de beide landen spelen maar het is zeer de vraag of dat wel zo aantrekkelijk is.

Ten slotte komt het dwarsliggen van Polen en Hongarije op een wel heel ongelukkig moment. De EU zal immers meer moeten samenwerken in een wereld waarin Poetin aan de grenzen krabbelt, Xi zichzelf voor het leven benoemd en Biden zich meer op Azië zal gaan richten. Daar komt nog bij dat China een vrijhandelszone leidt in het Verre Oosten dat een derde van de wereldbevolking en het mondiale bnp omvat. Het gaat hier om het Regional Comprehensive Economic Partnership (RCEP) dat bestaat uit 10 Zuidoost-Aziatische landen plus Zuid-Korea, China, Japan, Australië en Nieuw-Zeeland. Dit verdrag zal de invloed van China in de regio versterken. Als dit land de standaarden gaat bepalen heeft de EU echt een probleem.

In deze internationale context heeft de EU wel wat anders te doen dan Polen en Hongarije te coifferen. De Eurozone zal geschraagd moeten worden met een permanent Corona Fonds waaruit leningen alleen verstrekt worden als de ontvangende landen hun economie hervormen. Bovendien zal de Europese defensiesamenwerking moeten worden geïntensiveerd.

Het betekent ook dat de waardengemeenschap die de EU toch echt is, serieus zal moeten worden genomen. Naast de hard power, waar de EU grote stappen zal moeten zetten, is het immers eveneens de soft power (democratie en mensenrechten) die de autocraten vrezen. Poetin is doodsbang dat de democratische verlangens in Wit-Rusland overslaan naar zijn eigen land. Xi vreest dat de Chinezen een voorbeeld gaat nemen aan de demonstraten in Hongkong.

Als de EU-lidstaten zich een beetje verdiepen in de huidige grote geopolitieke transformaties zullen zij Polen en Hongarije eindelijk gaan aanpakken. De Poolse en Hongaarse regeringen hebben genoeg reden om wakker te liggen.