Een olifant in de kamer is een interessant fenomeen. Iedereen ziet het beest staan maar niemand durft zich erover uit te laten. De ellende is echter dat de olifant alleen maar groter wordt. Om de hete brij heen blijven dansen heeft dus niet zoveel zin.
Het debat in ons land over Europa heeft wel wat weg van de olifant in de kamer. Het wil maar niet van de grond komen. Op zich is het nog wel te begrijpen dat Europa zo weinig aandacht trekt nu een pandemie ons allen aan huis kluistert. Gezondheid is immers geen competentie van Brussel. Toch is dit niet het hele verhaal want ook in de periode voor de pandemie durfden veel politici het woord Europa niet in de mond te nemen. Dit is een ongewenste situatie omdat Europa veel meer invloed heeft op onze welvaart dan onze politici ons vertellen.
Laten we eerst maar eens proberen te verklaren waarom het Europa-debat maar niet van de grond komt. Hier spelen een aantal factoren een rol. In de eerste plaats vinden nationale politici het niet aangenaam om aan hun kiezers uit te leggen dat de toekomst van ons land in hoge mate afhangt van besluiten die in Europa worden genomen. Die vaststelling impliceert immers dat de rol van nationale politici beperkt is en dat is een indruk die nationale politici niet graag willen wekken. Als je jezelf graag nationale grandeur wil aanmeten is het niet handig om toe te geven dat beslissingen of gebeurtenissen in het buitenland minstens zo belangrijk zijn voor de toekomst van ons land als nationale besluiten.
Het is helaas wel waar. Als Italië veel harder wordt getroffen door Corona dan het Noorden zal het minder producten en diensten importeren die in het noorden zijn gemaakt. De Britse regering hoopte met Brexit en de herwinning van soevereiniteit economisch te kunnen floreren en merkt nu dat de City werk verliest aan de Amsterdamse Beurs. EU-lidstaten zijn zeer afhankelijk van elkaar ook als zij uittreden.
Er is echter meer aan de hand dan de terughoudendheid van nationale politici om hun eigen invloed te relativeren. Er zijn namelijk ook populistische partijen die hebben ontdekt dat zij met Euroscepsis kiezers kunnen mobiliseren. Een mooi voorbeeld is de partij JA21 van Joost Eerdmans. Zonder ook maar één moment na te denken heeft hij de Europa paragraaf van zijn oude partij Forum overgenomen. Hij weet namelijk dat de slogan ‘minder Europa’ het electoraal goed doet. Hij hoeft er zelfs geen uitleg bij te geven.
In de kringen waarin Joost verkeert is het bon ton om de stelling te verdedigen dat de huidige EU vervangen zou moeten worden door de oude Europese Economische Gemeenschap (EEG) van 1958. In die oude EEG hadden wij immers geen last van de euro en hadden de nationale hoofdsteden meer soevereiniteit dan nu, zo is de redenering. Probleem is natuurlijk dat er geen meerderheid in de EU voorhanden is om terug te keren naar de EEG. Daar hoor je de criticasters nooit over. Zij gaan ook niet in op de vraag of het mogelijk is om de Euro duurzaam te verankeren in het kader van de oude EEG. Een stabiele eurozone vraagt immers eerder meer integratie dan minder. En de vraag wat het prestigeverlies van een terugkeer van de EU naar de EEG zou betekenen voor onze relatie met China en Rusland blijft helemaal onbeantwoord.
De Eurosceptici die bij de PVV en Forum zitten gaan nog veel verder. Zij bepleiten onomwonden een Nexit. Deze positie is nog problematischer. In de eerste plaats zijn de ervaringen met Brexit nu niet bepaald een uithangbord voor een Nexit. Willen deze partijen echt met een Nexit de Nederlandse economische groei reduceren? Hoe gaan zij dan de zorg en onderwijs betalen?
In de tweede plaats hebben deze partijen een merkwaardige obsessie met soevereiniteit. Zij denken dat als Nederland eenmaal uit de EU is gestapt met niemand meer rekening hoeft te worden gehouden. Deze gedachten is onjuist. Interdependentie oftewel wederzijdse afhankelijkheid bestaat altijd, ook als men geen lid is van een internationale organisatie. De beslissingen van je belangrijkste handelspartners zullen je immers altijd raken. Indien interdependentie er altijd is lijkt het verstandiger om internationaal samen te werken om te kijken of je afhankelijkheden kan reguleren. Dat is precies wat de EU doet.
In de derde plaats is het opmerkelijk dat de voorstanders van een Nexit weinig historisch besef lijken te hebben. Het is namelijk heel goed mogelijk om te bestuderen hoe het ons land eigenlijk verging toen het nog over soevereiniteit beschikte. In het interbellum (periode tussen de twee Wereldoorlogen 1918-1940) was ons land geen lid van de EU of de NAVO simpelweg omdat die instellingen toen nog niet bestonden. Er bestond wel een Volkenbond maar die was om allerlei redenen zwak. Wat gebeurde er met Nederland in het interbellum? De grote depressie van 1929 eindigde in protectionisme en werkloosheid. De sociale misère die daar het gevolg van was bood het fascisme kansen om de democratie af te schaffen. Het is nou niet direct een wenkend perspectief zou je denken.
Er zijn nog meer redenen waarom een Europa-debat maar niet van de grond komt. Naast de natuurlijke neiging van nationale politici om hun eigen positie niet te relativeren en de electorale aantrekkingskracht van euroscepticisme is er ook nog de neiging van establishment partijen om mee te surfen op de kritiek op de EU. Bij zowel de VVD als het CDA is die tendens helaas goed waarneembaar.
Onze minister van Financiën ging tijdens de Coronacrisis vol op het orgel omdat hij wist dat hij daarmee kiezers kon mobiliseren voor zijn partij. Italië was keihard getroffen door de pandemie maar Hoekstra vond het nodig om een zuinig gezicht te trekken en zich openlijk af te vragen waarom Rome zichzelf niet kon helpen. Op zichzelf was dit al erg genoeg maar de zaak werd nog erger toen bleek dat de Duitse regering Den Haag geen rugdekking gaf. Onze diplomaten informeerde keurig het kabinet dat er belangrijke personele verschuivingen in de Duitse regering hadden plaatsgevonden waardoor Berlijn wel bereid was om te onderhandelen over het in Europees verband aangaan van Europese leningen. Het gevolg was dat Nederland samen met de Hanze liga het nakijken had.
Ook de VVD heeft er een handje van om een zuinig gezicht te trekken als het onderwerp Europa aan de orde is. De Minister President houdt gloedvolle Europese redevoeringen in Europa maar als hij in het parlement verschijnt is daar weinig meer van te bespeuren. De VVD hoopt met deze aanpak te voorkomen dat de Euro sceptische partijen nog meer zetels stelen. Deze aanpak kan misschien een tijdje werken maar de geloofwaardigheid is nu toch echt tot op het bot uitgehold.
Een laatste reden waarom het Europa debat maar uitblijft heeft te maken met de institutionele vormgeving van de EU. De Brusselse structuren zijn hybride, zij houden het midden tussen een confederatie en een federatie, en zijn daarom lastig te doorgronden. Er bestaat in Europa geen Europese regering. De founding fathers hebben namelijk gekozen voor een evenwicht tussen de Raad (regeringsleiders), het volk (EP) en de Europese Commissie (ongekozen ambtenaren). Ga dat maar eens uitleggen! Het gevolg is dat er nauwelijks sprake is van een Europees politiek discours en Europese media.
Als het nieuwe Nederlandse kabinet een succesvoller EU-strategie wil kiezen zal het toch eerst klare wijn moeten schenken. In plaats van uitsluitend de negatieve aspecten van de EU te benadrukken is het onontkombaar dat Den Haag toch echt eens de voordelen durft te benoemen. Als dat weer niet gebeurt is het immers snel met het draagvlak voor de EU gedaan en daarmee kunnen we onze invloed in Brussel helemaal verspelen.
Laten we de Nederlandse politici een handje helpen. Wat zijn de voordelen van de EU?
1. Grens overstijgende problemen kunnen alleen met grensoverschrijdende samenwerking worden aangepakt. Virussen hebben maling aan grenzen. Milieuvervuiling, klimaatverandering, terrorisme en cyber eveneens. Migratie is per definitie grensoverschrijdend. De schaal van de natiestaat is eenvoudigweg te klein om de grote problemen van onze tijd aan te pakken.
2. politici dienen aan Nederlandse kiezers uit te leggen dat ons land op de gemeenschappelijke markt 8 keer meer verdient dan onze nettobijdrage. Het gaat hier om zoveel geld dat het voortbestaan van onze verzorgingsstaat ervan afhangt. Als Fleur Agema een NEXIT bepleit dan is dat haar goed recht maar dan kan zij niet tegelijkertijd meer geld bepleiten voor de zorg. Het is kiezen of delen Fleur!
3. Politici dienen ook uit te leggen dat onze welvaart in hoge mate afhangt van de vraag of het goed gaat met andere EU-lidstaten. Als Italië in de problemen komt dan geldt dit ook voor onze export naar dit land. Duitse politici hebben deze les veel sneller begrepen dan hun Nederlandse collega’s.
4. Indien politici zich uitspreken tegen het aangaan van gemeenschappelijke Europese leningen dan dienen zij zich eens af te vragen waarom het noorden eigenlijk een triple A rating heeft. Die hoge rating is immers een direct gevolg van het feit dat het noorden zoveel geld verdient op de gemeenschappelijke markt. Indien wij nu met behulp van gemeenschappelijke leningen de rente voor het Zuiden verlagen dan geven wij iets terug voor onze winsten op de binnenmarkt en zorgen wij ervoor dat het Zuiden sterker wordt waardoor het nog meer kan importeren. Bedenk ook dat ons handelsoverschot mede een gevolg is van de euro die zachter is dan de oude gulden of Deutschmark.
5. Tenslotte dienen politici uit te leggen dat Europa in een wereld waarin Poetin aan grenzen krabbelt, Xi zichzelf voor het leven benoemd en Biden aanstuurt op een Koude Oorlog met China, geen andere keuze heeft dan meer samen te werken. Of je nu voor of tegen de EU bent, geopolitiek kan de EU geen verdeeldheid meer veroorloven. China en Rusland hebben van die verdeeldheid immers zeer geprofiteerd en zullen dat blijven doen als het veto op buitenlands beleid gehandhaafd blijft.
Om al deze redenen zullen politici in Nederland kleur moeten bekennen. Kritiek op de EU is prima maar dan moet je wel zeggen wat je dan wel wilt. Een alternatief voor Europese integratie is immers nog niet zo eenvoudig zoals Brexit bewijst. Iedereen die zich loszingt van het gouden kalf van de binnenmarkt of van de geopolitieke realiteit waarin China en Rusland elke dag EU-lidstaten tegen elkaar uitspelen, bedriegt uiteindelijk de kiezer.
Aanstaande vrijdag is het Radio 1 debat. Wedden dat Europa nog steeds de olifant in de kamer is?